Mirjam Schwarz
Al meer dan dertig jaar verdiep ik me in de geschiedenis van mijn familie en in de geschiedenis van Joods Winterswijk. Die belangstelling is me bepaald niet met de paplepel ingegoten. Ik ben geboren en getogen in een traditioneel joodse familie in Winterswijk. Ook mijn beide ouders zijn in Winterswijk geboren, dan kan je wel over een echte Winterswijkse familie spreken.
Mijn vader Salli Schwarz werkte als veehandelaar, een van die typisch joodse beroepen. Ook was hij de voorganger in de na-oorlogse synagoge. Als kind ging ik graag met hem mee, de mensen die er kwamen noemde ik allemaal oom en tante, maar ze waren geen familie.
Op school tijdens de geschiedenisles hoorde ik dat er met de Joden vreselijke dingen waren gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar ik heb dat toen niet zo op onze familie betrokken. Wat mij wel opviel was dat ik heel weinig familie had. Op mijn vraag “waarom heb ik geen opa’s en oma’s” konden mijn ouders geen antwoord geven.
De woorden opgepakt, weggevoerd, weggekomen, nooit terug gekomen die kende ik goed. Evenals de woorden goed en fout, maar waar die woorden precies naar verwezen wist ik niet.
Naar aanleiding van het namenmonument in Winterswijk (2002) met de 326 namen van de joodse holocaust slachtoffers van Winterswijk, ben ik mij gaan verdiepen in hun levens. Wie waren deze mensen wat deden ze en wat is er met ze gebeurd?
In 2002 heb ik samen met Henk Vis het project “Leren van de oorlog” ontwikkeld. Dit is een lesproject voor de basisscholen. In het kader van dit project verzorg ik gastlessen op de basisscholen.
In 1992 ben ik samen met mijn gezin naast de synagoge in Winterswijk gaan wonen; sinds die tijd geef ik rondleidingen in de synagoge. Tijdens die rondleidingen vertel ik over het joodse geloof en de joodse geschiedenis van Winterswijk. Op deze manier hoop ik bij te dragen aan een betere toekomst.”
In 2020 is mijn boek “Ik Hoop dat alles weer gewoon wordt” op de markt verschenen.